Uitgeverij Mimesis
De uitgeverij geeft boeken uit die het scheppingsproces en de maatschappelijke werkelijkheid op mimetische wijze zichtbaar maken. De uitgeverij geeft onder andere mimetische romans uit.
Mimesis is een visie op creatie, het scheppingsproces en de sociale werkelijkheid. Mimesis is tevens zelf een creatie en een scheppingsproces door middel van mimetische processen1.
Welke aspecten onderscheidt Uitgeverij Mimesis aan het scheppingsproces?
Er bestaat niet maar één wereld, maar wel vele verschillende actuele werelden2. De wereld is iets, een proces(?), dat in afzonderlijke
Afbeeldingen
Beschrijvingen
Beelden
Weergaven
Voorwerpen
Schilderingen
Uitbeeldingen
Spelen
Werken
Toneelspelen
Creaties
Behandelingen
Vervaardigingen
Producties
En in oneindig veel verschillende
Uitdrukkingsvormen
Vormgevingen
Uitingsvormen
Wijzen van uitbeelden
(met behulp van Woorden, Muziek, Beelden, Dansen, etc.)
de versies,
wordt beschreven.
De versies bevatten ons gehele weten over een wereld.
Begrijpen is creatief en vereist verbeeldingskracht en mimetische vaardigheden: voorstellingsvermogen, inlevingsvermogen, kunnen snappen, kunnen analyseren, kunnen navoelen, kunnen nabootsen, verder kunnen ontwikkelen, kunnen anticiperen, kunnen abstraheren, kunnen omzetten in materialen, en uiteraard verfijnde gedifferentieerde lichaamsbeheersing. Dit zijn de vaardigheden van een professionele “mime” (= toneelspeler, acteur). Ieder mens gebruikt ze op zijn eigen manier.
Een wereld ontstaat en wordt gemaakt in alle juiste versies die beschikbaar zijn.
Werelden worden gemaakt uit andere werelden. Het maken van werelden begint altijd vanuit werelden die voorhanden zijn. Scheppen is een herscheppen.
Dé werkelijkheid bestaat niet; er bestaan alleen versies van de werkelijkheid.
Kunstwerken en alle andere producten reorganiseren en remodelleren de wereld. Stijlverschillen drukken verschillen in gewicht en accent uit, in belang en waarde, en in de inschatting van macht, kracht en gezag – vaak zonder ook maar een enkel element toe te voegen of weg te laten – en kunnen ons op deze wijze twee verschillende werelden geven.
Een wereld wordt gemaakt met vier categorien:
1. De beschrijving in de vorm van feiten, die meestal als “waarheid” of als vanzelfsprekendheid wordt gepresenteerd. Echter, er bestaan geen feiten die onafhankelijk zijn van de beschrijving. Wat is een feit dat niet beschreven of belicht wordt? Inderdaad, niks.
Tezamen met constructieve (2), fictionele (3) en ordenende (4) factoren ontstaat een codificering-systeem of beschrijvingssysteem. Dat wil zeggen, de wereld is symbolisch geconstitueerd.
2. Beschrijvingen, talige weergaven, zijn uitsluitend geldig binnen een referentiekader. “Waarheid” is dus afhankelijk van de context. Dit referentiekader maakt zelf echter deel uit van het beschrijvingssysteem; het referentiekader staat niet buiten de taal, heeft geen buitentalig bestaan. We kunnen niet verder terug achter het beschrijvingssysteem. Aan het beschrijvings- of codificeringssysteem gaat niets vooraf. “Wat is waarheid?”
3. De woorden en het betekeniskarakter van de taal (semantiek).
4. Het ordenen door middel van het specifieke actuele gebruik van de taalelementen, de grammaticale structuur en het tekenkarakter (semiotiek, de "betekenis" van de tekens).
Alle vier deze elementen zijn veranderbaar en manipuleerbaar. Ludwig Wittgenstein3 vat elke wereld op als een taalspel dat uit bovenstaande vier spelregels bestaat.
Onze smaak is bepalend is voor de persoonlijke taalspelen en codificeringssystemen die we kiezen4
Smaak, taalspel en de versie van de wereld vormen het geloof waarin mensen zich bewegen. Elk geloof is een rationeel geloof.
Het geloof is een houding ten opzichte van de wereld, die we zelf vormen.
Het taalspel heeft geen grond. Het is onvoorspelbaar. Niet verstandig of onverstandig; niet redelijk of onredelijk.
Het gezond verstand bestaat niet. Carl G. Jung noemt het onnozel om zich te beroepen op het “gezond verstand”.
Alan Watts omarmt de grondloosheid van taalspelen in het boek “The Wisdom of Insecurity”.
Kennis en wetenschap zijn ingebed in rationeel geloven.
Omdat we een geloof aan het taalspel hebben en het taalspel ons praktische handelen vastlegt, kunnen(!) we ons niet vergissen, zolang we het spel correct(?) spelen.
De waarheid is van haar voetstuk gestoten.
Paul Boghosian onderzoekt in "Fear of Knowledge" of er nog sprake kan zijn van epistemisch objectivisme. Moeten we concluderen dat er geen relatie bestaat tussen beschrijving en werkelijkheid? Ja, kunnen we concluderen dat de waarheid niet bestaat omdat er geen objectieve werkelijkheid te achterhalen valt?
NEE! DAT IS ONZIN. HET MENSELIJK LICHAAM, DE MENSELIJKE MOGELIJKHEDEN EN COMMUNICATIE BIEDEN GENOEG MOGELIJKHEDEN OM TOT OVEREENSTEMMING TE KOMEN. WAARHEID IS EEN PRINCIPIËLE MOGELIJKHEID.
Uit het bestaan van oneindig veel versies van de werkelijkheid door talloze onderscheiden combinaties van verschillende stileringen, kennisvergaringen, dataverwerkingen, opvattingen, theoretische basisaxioma's en vooronderstellingen, mediale weergaven en praktische toepassingen wordt echter wel duidelijk dat de waarheid niet meer kan bestaan.
OBJECTIEVE WAARHEID ALS GESUBLIMEERDE HYPOSTASE IS GESTORVEN.
Goddelijke waarheid, wetenschappelijke waarheid, politiek-correcte waarheid, zelfs persoonlijke waarheid zijn allemaal zinloos en obsoleet geworden. Dat woord moest ik een keer gebruiken, obsoleet, omdat het een mooi woord is met veel zeggingskracht. Waarheid is een proces geworden dat door communiceren, discussiëren en onderhandelen op gang wordt gehouden. Dat heeft Jürgen Habermas indrukwekkend beschreven in zijn Theorie des Kommunkativen Handelns, Bd. 1 en 2. Waarheid ontstaat onder invloed van overtuigingskracht en gezag en ook door geweld, macht en manipulatie, militaire macht en de macht uit de loop van een geweer, dwang, uitstraling, charisma, non-verbale communicatie, geloofwaardigheid, tactiek, inzicht in de situatie, emotionele intelligentie, kennis van zaken en tenslotte, het belangrijkste, praktische bruikbaarheid. Inderdaad, pragmatisme is de heersende ideologie.
Paul Boghossian schrijft op bladzijde 110 van "Fear of Knowledge":
"Het blijft een vraag van aanzienlijk belang -en hedendaags interesse- of de epistemische feiten die een persoon ter beschikking staan, altijd en dwingend tot een eenduidig en uniek antwoord leiden op de vraag wat kan worden geloofd; of of dat er situaties en vraagstukken ("cases") bestaan die een bepaalde mate van rationeel meningsversschil ("some" rational disagreement) toelaten. Er bestaat daarom een wetenschappelijk probleem over de mate van epistemische objectiviteit ("the extent" of epistemic objectivism) die we aanhangen en bereid zijn om te verdedigen. Maar het ziet er naar uit dat we genoeg reden en bewijs hebben om te geloven dat de een of andere versie van zo'n objectivistische beschouwingswijze houdbaar zal zijn zonder angst te hoeven hebben om in een paradox terecht te komen."
De inhoud van bovenstaand citaat geeft mij hoop. " De een of andere versie" kan ik kiezen en "ik heb reden en bewijs om te geloven". Bovendien zijn "een bepaalde mate van rationeel meningsverschil" en "verschillende maten van objectivisme" onvermijdelijk. Ik ga er mijn voordeel mee doen. Ik ga op zoek naar -wat waar is- en naar -wat mogelijk is-. Want dat wat vandaag mogelijk is, kan morgen waar worden en overmorgen waar zijn. De onbegrensde mogelijkheden van performatieve wetenschap!
Bovendien vind ik het helemaal geen punt om in een paradox terecht te komen. Ik sluit me aan bij J. Hendrix: If six turned out to be nine, I don't mind. Al moet ik wel oppassen, want met meneer Hendrix is het niet goed gekomen.
(Deze tekst is het bewerkte resultaat van vier podiumdiscussies en opgetekend uit de monden van prof. dr. Jerry Cornelius, prof. dr. Clint Modern, prof. dr. Dietmar Kamper, prof. dr. Christoph Wulf en prof. dr. Gunter Gebauer. De podiumdiscussies vonden plaats in juni 2014 in De Balie en Paradiso in Amsterdam en Nebuchadnezzar en Thunderbird 5 in Rotterdam.)
Alan Watts heeft het laatste woord!
In "The Wisdom of Insecurity" beschrijft Alan Watts de bevangenheid door taalspelen en vooral door het denken. Een kenmerk van bevangenheid door, en vooral in, het denken is de waan dat ik met de werkelijkheid bezig zou zijn. Ik zit echter gevangen in mijn taalspel. Bovendien schijnt het allemaal ongelooflijk belangrijk wat ik denk.
Regelmatig niet denken en juist wel te voelen, te verlangen, te willen, te doen, te handelen, te genieten, gewoon stil gewaar te zijn, dat is zo ongelooflijk "onbelangrijk" en bevrijdend. Alleen maar je lichaam te zijn en te zijn waar je je bevindt, dat is onmisbaar. Hier is het citaat en het laatste woord van Alan Watts:
"Dat er een manier is om het leven te beschouwen los van alle concepties, geloven, opinies en theoriën is wel de minst voor de hand liggende mogelijkheid voor de moderne geest. Als zo'n standpunt bestaat, kan dat alleen maar in het lege brein van een debiel zijn. We lijden aan het waanbeeld dat het hele universum gecontroleerd wordt door categorieën van menselijk denken, en we zijn bang dat wanneer we niet met de uiterste hardnekkigheid aan ze vasthouden, alles in chaos zal verdwijnen. (blz. 86)"
De professionele debiel Arleccchino is het helemaal met Alan eens.
1:
Vrijwel alle slimmigheden die in het vervolg (in het bovenstaande) worden geopperd, zijn afkomstig van de onderstaande boeken. De onnozelheden heeft Eef uit zijn eigen duim gezogen. De vertalingen ook.
-Mimesis. Kultur – Kunst – Gesellschaft, von Gunter Gebauer und Christoph Wulf; 1998
-Spiel, Ritual, Geste. Mimetisches Handeln in der Sozialen Welt, door Gunter Gebauer en Christoph Wulf;1998.
-Wittgensteins Anthropologisches Denken, von Gunter Gebauer, 2009
-Wittgenstein – Philosophie als „Arbeit an Einem selbst“, uitgegeven door Gunter Gebauer, Fabian Goppelsröder, Jörg Volbers, 2009
-Zur Genese des Sozialen. Mimesis – Performativität – Ritual, von Christoph Wulf; 2005
-Zur Soziologie der Imagination, von Dietmar Kamper; 1986.
2: Nelson Goodman (in Ways of Worldmaking, 1978)
3: in Philophische Untersuchungen, 1953
4: Pierre Bourdieu (in “La Distinction. Critique sociale du jugement”, paris, 1979. (Engels: Distinction: A social Critique of the Judgement of Taste, 1984
5. Fear of Knowledge by Paul Boghossian, Oxford University Press, New York 2006
6. Theorie des Kommunikativen Handelns, von Jürgen Habermas, Frankfurt am Main, 2011 (9. Auflage)
7. The wisdom of insecurity, by Alan Watts. Nederlandse vertaling "Lof der onzekerheid" door Willem Dijkhuis; Boom Klassiek, 1977
Uitgeverij Mimesis, taalspelen, Ludwig Wittgenstein, ZijnInstituut, De Vrije Loop, LotusProces, Eef Veenman, Regina Veenman, versies van de werkelijkheid, smaak, pierre Bourdieu, Christoph Wulf, Dietmar Kamper, Gunter Gebauer, verbeeldingskracht,