Taalspelen, versies van de wereld

De mimetische roman.

De mimetische roman is een taalspel op het scherp van de snede tussen vervullende creatie en nietszeggende simulatie. De creatie vervaardigt een realiteit door schrijfgebaren, die wensen en verlangens uiting geven1.

 Een simulerende roman produceert automatisch meer van hetzelfde en vervangt een realiteit door een sprekend gelijkende. Simulatie is een overlevingsstrategie.

Een mimetische roman maakt letterlijk gebruik van gereflecteerde, actieve illusies en “bewust zelfbedrog” om het gewaarzijn van de schrijver binnenstebuiten te keren. Illusie betekent niet alleen maar “op het spel zetten” (Latijn: ludere), “een risico nemen” en “uitproberen met een ongewisse afloop”. In tweede instantie telt de bijbetekenis van illusie: het bedrog, het bedrog van anderen en, wat zwaarder telt, het zelfbedrog.

Het eindresultaat blijft daadwerkelijk onder alle omstandigheden ongewis omdat het illusionaire fundament niet ontdoken of omzeild kan worden. Zonder een interregnum van de ongewisheid is geen enkele vorm van menselijke productiviteit denkbaar.

 Als iets op het spel wordt gezet, dan gaat het om tijd, namelijk om de tijd van de beslissing, waarin het aangegane gevaar, het risico, beslecht wordt. Illusie heeft de tijdvorm van de opschorting, de verschuiving, de metonymie, waarin het ongrijpbare, het toevallige, het vergankelijke van het menselijke bestaan kan muteren en transformeren tot een duurzame noodzakelijkheid, tot een zinnelijke creatie, afkomstig uit het ogenschijnlijke niets.

Wat in het spel van mimesis te voorschijn komt, is de tijdvorm van de illusie. Het metonymische karakter ervan is tot nu toe bekend uit de “pathische” processen, uit rituelen, dromen, sjamanistische reizen en andere autosuggestieve ficties, religieuze extases, psychotrope ervaringsruimten, het placebo-effect, de roes van de sportieve en kunstzinnige verslaving, de onbewuste lichaamstaal der psychosomatische symptomen, de edele kunst om zichzelf te verschalken met behulp van symbolen waaraan je achteraf gelooft, the selffulfilling prophecy, de transmissie door “verlichte” mensen, het ontstaan van een psychosociaal veld in een groep etc..

Een mimetisch-antropologische beschouwingswijze en epistemologie integreert deze “schijnwerelden” in de levensloop en het maatschappelijk leven.

 

Gunter Gebauer, filosoof aan de Frei Universiteit, Berlijn. Grondlegger van de moderne mimetische theorievormingDe mimetische roman speelt met taalspelen, symbolische werelden, schijnwerelden, waanwerelden, autosuggestieve werelden. Uitbeelden en weergeven gebeurt op drie niveaus. Bovendien kunnen binnen de niveaus verschillende taalspelen en vormen van taalspelen gecombineerd worden. De empirische auteur vertelt; en binnen het literaire werk vertelt een fictieve auteur die wel of niet wordt benoemd. De fictieve personen, die in de vertelling worden beschreven, zijn op hun beurt toeschouwers, nemen andere personen waar en beschrijven ze. Hetzelfde geldt ook voor de lezer: hij is ten eerste aanwezig als empirische lezer die de tekst decodeert. Met dit doel is in de tekst een fictieve of <impliciete> lezer “ingebouwd”. In de tekst zelf zijn voor zijn begrip op hem gerichte sleutels voorbereid. Tenslotte zijn de vertelpersonen zelf lezer van teksten, interpreten van gebeurtenissen en personen.

 

In deze beschouwingswijze hebben empirische individuen, de auteur en de lezer, fictieve tegenhangers of steunpunten in de teksten, eenmaal op het niveau van de tekstorganisatie, andermaal in de fictieve gebeurtenissen zelf.

Het is niet verwonderlijk, als veel literaire auteurs processen van codificering tot het eigenlijke thema maken van hun schrijven en bepaalde aspecten van “het maken van werelden” belichten. Wat hen interesseert is de vraag, hoe bepaalde personen hun wereld creëren en welke rol het taalmedium en de maatschappelijke druk- en controleverhoudingen, waaraan het creëren van werelden onderhevig is, daarbij spelen.  

 

1
Vrijwel alle slimmigheden die in het vervolg (in het bovenstaande) worden geopperd, zijn afkomstig van onderstaande boeken. De onnozelheden heeft Eef uit zijn eigen duim gezogen. De vertalingen ook.

-Unmögliche Gegenwart. Zur Theorie der Phantasie; door Dietmar Kamper, 1995. 

-Mimesis. Kultur – Kunst – Gesellschaft; door Gunter Gebauer und Christoph Wulf, 1998

 

 

Uitgeverij Mimesis, taalspelen, Ludwig Wittgenstein, ZijnInstituut, LotusProces, De Vrije Loop, Eef Veenman, Regina Veenman, versies van de werkelijkheid, smaak, Pierre Bourdieu, Christoph Wulf, Dietmar Kamper, Verbeeldingskracht, 

 

 

KvK 59287071 BTW 86044060B01    info@mimesis-verlag.com